Is het beheersen van een van de drie landstalen een voorwaarde voor het verkrijgen van een visum?

    februari 23, 2024

    De regering lijkt de voorwaarden voor het verkrijgen van een visum te willen uitbreiden met de verplichting om één van de drie landstalen te beheersen2 . Zoals het ontwerp er nu uitziet, is het de bedoeling dat beroepsbeoefenaars hun talenkennis moeten bewijzen door een Nederlandstalig, Franstalig of Duitstalig diploma van middelbaar, hoger of universitair onderwijs voor te leggen. Bij gebrek aan zo'n diploma kunnen aanvragers hun taalvaardigheid ook aantonen door een certificaat van een taalniveau voor te leggen. Het taalvaardigheidscertificaat moet een C1-niveau aantonen voor zorgverleners met een masterdiploma (met uitzondering van de schrijfvaardigheid, waarvoor een B2-niveau voldoende is). Voor diploma's van een lager niveau zal het niveau dat moet worden aangetoond ook lager zijn (bijvoorbeeld B2-niveau voor houders van een bachelordiploma).

    Er wordt echter een uitzondering gemaakt wanneer een beroep wordt gedaan op een buitenlandse beroepsbeofenaar met speciale expertise.

    Hoewel de toelichting bij het wetsontwerp stelt dat deze taalvaardigheidseis enkel van toepassing zal zijn op nieuwe visumaanvragen, stelt het wetsontwerp dat gezondheidszorgbeoefenaars steeds één van de drie landstalen moeten beheersen. Hoewel houders van visa die zijn afgegeven vóór de inwerkingtreding van dit wetsontwerp niet worden getroffen door de verplichting om de nodige gegevens in de portfolio bij te houden om de taalvaardigheid aan te tonen, lijkt de huidige formulering van de wet de Federale Commissie voor toezicht op de praktijkvoering in de gezondheidszorg niet te beletten om een visum in te trekken als de Commissie van oordeel is dat de taalvaardigheid van de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg in één van de drie landstalen onvoldoende is.

    Als deze regels worden aangenomen, is betwisting in rechte niet uitgesloten (bevoegdheidsverdelende regels, evenredigheid, naleving van het Europees recht, non-discriminatie, enz...). Wordt vervolgd.



    Guillaume Pomes


     

     

    1 De Koning moet nog bij Koninklijk Besluit bepalen op welke datum deze verplichting zal gelden voor ambulancemedewerkers, bandagisten, orthopedisten en prothesisten.

    https://overlegorganen.gezondheid.belgie.be/nl/documenten/voorontwerp-van-wet-tot-wijziging-van-de-wet-van- 220419-en-van-de-wet-van-100515-voor-wat

    https://www.lachambre.be/kvvcr/showpage.cfm?section=flwb&language=fr&cfm=/site/wwwcfm/flwb/flw bn.cfm?

    dossierID=3832&legislat=55&inst=K.